Terug naar de Vogelkop

Heb je een reis naar NNG gemaakt en wil je je ervaringen met anderen delen, dan is dit de plaats waar je terecht kunt.
Plaats reactie
ruudnagel
Berichten: 9
Lid geworden op: ma 19 mei 2008, 09:41

Terug naar de Vogelkop

Bericht door ruudnagel »

Ga ik nu niet, ga ik nooit. Misschien is dat wel dé verklaring waarom nu ik afreis naar mijn kleutertijd. Ik heb het tot dusverre uitgesteld omdat Papua Barat ver weg ligt, omdat ik een hekel aan reizen heb, het veel geld kost, het ongemakken met zich meebrengt, omdat, omdat… Maar ik móet omdat ik het mezelf heb opgelegd er ooit nog eens terug te keren, rond te kijken, te snuiven, vooral in Manokwari de stad waar we woonden. Ik ga omdat dit dé gelegenheid is, want zoon en schoondochter gaan die kant op. Voor hun zal dit een werkbezoek zijn, want Papua wordt hun domicilie, ze gaan in opdracht van de SDSP (Stichting Duurzame Samenleving Papua Barat). Hun geplande reis is voor mij het moment om ook die kant op te gaan: gezelliger, gemakkelijker, fijner in alle opzichten. Het is nu of nooit. Het is nu. Mijn directe buurvrouw tijdens vlucht KL 809 van Amsterdam naar Jakarta is een Indonesische die terugkeert na familiebezoek in Rotterdam. Als het ijs tussen ons enigszins is gebroken, vraagt ze waar ik naartoe ga in haar land. Ik vertel haar over mijn bestemming, waarop haar vrolijke gezicht verstard. ‘Oahh, Papua!’ klinkt het alsof ze zojuist een uitbraak van cholera bij me heeft gediagnosticeerd. Bij deze verklap ik dat ik de komende tijd vaker soortgelijke reacties van Indonesiërs krijg. Papua is voor hen kennelijk een soort Siberië. En ineens dringt de donkere geschiedenis zich weer op van dit land, ooit Nederlands Nieuw-Guinea, ooit Irian-Jaya, nu Papua Barat, een Indonesische provincie. Een gebied dat - nauwelijks de prehistorie ontgroeid - in 1962 door Nederland, onder druk van de VS en de VN, moest worden overgeleverd aan Indonesië. Onder dwang verkocht en verraden! Een daad die regelrechte onderdrukking van de autochtonen - de Papoea’s - zou inluiden… Mijn buurvrouw vraagt wat ik er ga doen. De Baliemvallei misschien? Nee, zeer zeker niet, ik ga ‘slechts’ naar de Vogelkop. De Baliemvallei is voor ‘gewone’ toeristen, voor liefhebbers van peniskokers, en daar heb ik weinig mee. Ik wil het land gewoon weer even ‘aanraken’, meer niet. Ze knikt begripvol, maar vooral zorgelijk. Aangekomen op het vliegveld Soekarno Hatta krijg ik een hand. “Veel sterkte in Papua”, zegt ze. De toon is gezet. Splendid isolation Daar is Indonesië weer: de onlogische afhandelingen, de geur van kruidnagelsigaretten, de vochtige hitte, rappe gebaren, slanke handen, donkere ogen, mierzoete deo’s, vriendelijkheid, strakke uniformen. Hoewel ik erg jong was bij vertrek, zit dit land in mijn vezels. Veel tijd om dit alles tot me door te laten dringen is er echter niet, want ons vliegtuig naar Makassar staat te wachten. Rond middernacht komen we daar aan. Ik ben hondsmoe, neem een hete douche en doezel op bed weg terwijl ik naar het Samsung-beeldscherm aan mijn voeteneind staar waarop Europees voetbal gaande is (Manchester United - Real Madrid), een Indonesische Idols voorbij komt dat op zijn beurt weer wordt onderbroken door een reclamespotje van Friesche Vlag (?). Het staat nog steeds 0-0 als de man met de hamer zijn zin krijgt. De volgende dag hangen we al vroeg in de lucht. Het is spathelder, ik kijk ongehinderd neer op de eerste vooruitgeschoven posten: eilandjes als groene, harige wratten omzoomd door maagdelijke zandrepen temidden van koraaltuinen in een jadekleurige zee. Water gaat over in vaste land, wat feitelijk onjuist is want ook Nieuw-Guinea is een eiland, na Groenland het grootste ter wereld. Hieronder ligt de grens waar we de Aziatische wereld achter ons laten en de Australische betreden - zoogdier wordt buideldier. Ik heb een ultiem uitzicht over eindeloos regenwoud dat als een geplooid tafellaken onder me door glijdt in een medley van groenen. Overal glooiingen, bergen, hoogvlakten, meanderende koffiekleurige rivieren, zeer sporadisch een huttendorpje tegen een bergflank of rivier geplakt. Nergens infrastructuur, splendid isolation. Hier geen Idols, Friesche Vlag of Champions League. Walhalla Als de dag weifelt tussen licht en donker, zit ik onderuitgezakt op een luie, rotan stoel op het ruime overdekte bordes van ons YAT-losmen in Manokwari dat zich op een hoger deel van de stad bevindt, ongeveer op de grens van bebouwing en jungle. YAT staat voor Yayasan Alternativ Turis, wat inhoudt dat het logement bij uitstek geschikt is als uitvalsbasis voor ecotoeristen. Het is een keurig witgekalkt, koloniaal uitziend huis waar zich een veranda omheen slingert, half verscholen tussen het groen. Ik recupereer van de vermoeiende reis, geef mijn zintuigen de ruimte. Een enorme vlinder wappert voorbij: pikzwart met grote, witte stippen als de ogen van zwarte piet. Jazeker, we bevinden ons in de Vogelkop, hét Walhalla voor vlinderaars, maar ook voor liefhebbers van paradijs- en prieelvogels, zeeleven, you name it. Op de achtergrond een zachte ruis aan geluiden: junglesound, een tokèh die tokèh roept, insectengezoem dat af en toe wordt onderbroken door het gejank van een kamponghond, een inheemse lied uit een warme keel, een tot gebed oproepende moellah of een claxon uit downtown Manokwari. De klok tikt door en terwijl mijn zoon en schoondochter enkele relevante projecten bezoeken, begin ik de stad uit mijn kleuterjaren te proeven. Eerst de directe omgeving, daarna verder, te voet, per bromfietstaxi of taxibusje. Ik ontdek de schoonheid van Manokwari dat is gelegen aan een turkooizen baai waarin twee palmeilanden drijven. Langs het water de paalwoningen van de vissers en de bonte markt. Hogerop de hotels, banken en kantoren, de vele kerken en moskeeën (Indonesiërs zijn meestal moslim, Papoea’s christelijk), scholen, gouvernementsgebouwen en vanzelfsprekend de vele kampongs en betere woonwijken. Aan de randen van het middelgrote stadje, met de buitengebieden meegerekend ruim honderdduizend zielen, staat het regenwoud te dringen. Dit alles wordt afgekaderd door een majestueus donzig hooggebergte. Ik kuier door dit tropische amfitheater, waarbij deze blanke Indo voortdurend wordt toegeroepen met ‘hè mister!’ Geholpen door foto’s, schetsjes, maar óók op gevoel, herken ik vaag de locatie van mijn schooltje, de aloen-aloen waar de gemeenschap samenkwam op Koninginnedag (ik op een versierde driewieler), het oude Nederlandse officiersonderkomen en vooral het strand van Pasir Putih waar we altijd zwommen. Ook ‘ons’ ziekenhuis staat er nog. Bijzonder daarbij is dat ik me met name de betonnen afwateringsgoten herinner. Misschien heb ik daar wel eens gespeeld, of anders is het wellicht iets Freudiaans. Ons oude huis aan de Fanindiweg is helaas verdwenen, ook de plek vind ik niet terug, wat mogelijk met een veranderd stratenplan te maken heeft. Verder is alles nieuw voor me. Natuurlijk is het veel en veel drukker geworden sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw. Onlangs heeft zelfs een heus warenhuis zijn poorten geopend. Ik hoorde iemand daarover ironisch opmerken dat hij met name bezocht wordt door import-Indonesiërs, veelal Javanen en Sulawesiërs. Voor de Papoea’s is hij meer geschikt om voor de etalageruiten verlekkerd naar binnen te kijken. Zo liggen kennelijk de verhoudingen – pijnlijk. Ik snuif rond, snoep fruit en ander lekkers, zie overal rode monden van de betelnotenpruim en het resultaat: donkere klodders kwat op het plaveisel. Nierstenen Na Manokwari houdt de wereld echter niet op. We bezoeken Mansinam en Lemon: eilandjes die bijzonder geschikt zijn voor commercials van Bacardi. Verder weg gaat het, naar het indrukwekkende mooie Numfor dat zich op acht uur varen bevindt. Betoverende inhammen, mangrovewoud, authentieke dorpjes bewoond door vriendelijke mensen - warme begroetingen. Terug op het vasteland trekken we het Arfakgebergte in. We ontmoeten er prachtige, schaars geklede mensen. Vrouwen met draagnetten op de rug en grote takkenbossen op het hoofd. Mannen op jacht met pijl en boog, een enkeling draagt een geweer over de schouder. Loslopende varkens, honden, katten. Kinderen in roodwitte uniformen die kilometers moeten afleggen op weg naar school of missie. Later vliegen we dwars over de Vogelkop, boven eindeloos regenwoud, naar Sorong om vandaar uit met een snelle boot naar de Raja Ampat eilanden te varen, volgens velen ’s werelds ultieme plek om van de onderwaterwereld te genieten. Ons verblijf is op eiland Gam, een door de SDSP gesteund losmen, exotisch klassiek - op palen in zee. We snorkelen door transparant water, boven fabelachtig koraal, tussen wolken Gargantueske vissen. Zien dolfijnen, zeeslangen, walvissen en reusachtige manta’s. Over ons heen - en vrijwel pal over de Evenaar - vliegen kaketoes, parkieten en fregatvogels. Niet alles is paradijselijk in Papua. We mandiën en ontlasten ons op plekken die de grootste nachtmerrie zullen zijn voor iemand met smetvrees. We worden bestookt door muskieten, lopen forse wonden op zowel fysiek als mentaal, schudden door een aardbeving, laten onze nierstenen vergruizen tijdens urenlange jeepritten, lijden aan diarree en hoogtevrees (touwbrug!), zien mensen creperen aan malaria en andere narigheid in een geur van hitte. We vernemen van veel kanten over politieke spanning, overvloedige houtkap, verzwegen olieboringen, afgraven van complete bergen vanwege de kostbare ertsen. Maar dan toch: overal die lachende diepdonkere gezichten, de rode pruimmonden, de naaktheid van de bergbewoners, de mooie kinderen dartelend als uitgelaten bonobo’s - hun overrompelende warmte en vriendelijkheid. Tabee Manokwari Tabee Vogelkop, tabee Papua. Ik vlieg huiswaarts en denk terug aan de afgelopen vier weken. Het was geen nostalgisch weerzien omdat ik te jong was destijds bij het vertrek naar Nederland, te jong voor echte reminiscenties. Ik heb het daarom al die jaren vooral moeten doen met de verhalen uit de familie, oude foto’s en met die enkele spaarzame impressies die me wél beklijfden. Nu ik het met eigen - volwassen - ogen heb gezien, ben ik overtuigd geraakt van iets dat de wereld zou moeten koesteren in plaats van bezetten, en uitbuiten.
Gebruikersavatar
webmaster
Beheerder
Berichten: 1750
Lid geworden op: di 05 feb 2008, 08:00

Re: Terug naar de Vogelkop

Bericht door webmaster »

Ruud, harstikke leuk. Toevallig had ik net gisteravond jouw verhaal uit Moesson november 2007 geplaatst onder "West-Papua in de pers" op de website. http://www.west-papua.nl/Bezoekersbijdr ... _Papua.pdf Dus dat sluit mooi aan. Bedankt, webmaster
Birgit Bleijs
Berichten: 2
Lid geworden op: do 03 sep 2015, 09:42

Re: Terug naar de Vogelkop

Bericht door Birgit Bleijs »

Dank Ruud voor je beeldend verslag, ik ben ook nog steeds aan het twijfelen of ik ooit terug zou willen. Ben nu 65 jaar, was 11 toen ik Manokwari (voor de tweede keer) verliet en 5 tot 7 jaar oud toen ik daar voor het eerst woonde.
Ben bang dat mijn mooie herinneringen bezoedeld raken door dat de tijd door ging en alles nu anders is!
Ook Sorong was ooit mijn thuis, later Hollandia en weer terug naar Manokwari, het is allemaal zo lang geleden. Ik denk dat ik het laat rusten dus zo'n verslag geeft toch even een mooie inkijk.
Hartelijke groet,
Birgit Peet-Bleys
Plaats reactie